Categorieën
laatste nieuws

Supervrijwilligers

Een paar weken geleden kwam een vader van een tennissend jongetje naar me toe met de vraag of ik binnenkort weer jeugdclinics zou gaan organiseren. Hij had daarbij al eens eerder geholpen en zou dit graag weer eens willen doen. Hij stelde mij de vraag of dit in plaats van een bardienst zou kunnen. Een hele redelijke vraag eigenlijk, die me nooit eerder gesteld was. Maar ja, ik ga daar ook niet over.
Een aantal jaren geleden speelde ons competitieteam een uitwedstrijd op een ietwat troosteloos tennispark. Achter de bar hing een schoolbordje met daarop “Broodje Haring € 2,50.” Dat leek ons een strak plan en ik deed de bestelling bij de mevrouw achter de bar namens ons team. Als antwoord kreeg ik: “Nee, dat hebben we niet.” Ik counterde: “Maar dat staat daar op het bordje.” “Nee, dat vind ik echt te vies”, zei ze. Met veel tegenzin maakte ze vervolgens toch de broodjes en ze waren heerlijk.
Zo’n verhaal is een illustratief voorbeeld, wat mij betreft. Deze mevrouw had het overduidelijk niet naar haar zin. Het woord “vrijwilliger” zou dan ook niet in me opkomen. Een redelijke dwang zal er geweest zijn. Bij de verschillende tennisclubs is het heel gebruikelijk om bardienst te moeten draaien. Afkopen kan ook. Ik ken voorbeelden van mensen, die helemaal niet vies zijn van vrijwilligerswerk, maar een hekel hebben aan het moeten draaien van bardienst. Ze laten dan andere meer geschikte en enthousiaste mensen voor hen invallen. Uiteindelijk is dan iedereen tevreden.
Nu terug naar de goede vraag van die meneer over die jeugdclinics. Deze man komt daar nu zelf mee,
maar in hoeverre laten we hier niet veel te veel liggen als verenigingen, maar ook misschien als tennistrainers. Hoeveel parels van enthousiaste echte vrijwilligers laten we eigenlijk gaan? Misschien toch stof tot nadenken…

Mark Verra, voorzitter Vereniging van Nederlandse Tennisleraren.

Voor meer info mark@tennisagent.eu