We krijgen vaker te maken met extreem weer. We vinden het dus belangrijk om je te informeren over wat je moet doen en niet moet doen bij onweer tijdens het sporten.
Met de 10 seconden-regel weet je wanneer je moet gaan schuilen
Tijdens een onweersbui is geen sportveld veilig. Ga bij onweer dus van de tennisbaan af. En wacht tot de bui helemaal voorbij is. Als er minder dan 10 seconden ligt tussen de bliksemflits en de donder, dan is het onweer gevaarlijk dichtbij. Als de tijd tussen een bliksemflits en de donderslag korter is dan 3 seconden, dan zit je middenin de onweersbui.
Schuilen doe je in het paviljoen
Sluit ramen en deuren en blijf weg bij de ramen en uit de buurt van stromend water. Ga zeker niet even douchen. De overkapping biedt bij onweer geen bescherming. Een auto is wel een goede schuilplaats. Sluit wel ramen, het schuifdak en de deuren. Verlaat een schuilplaats pas als er 10 seconden of meer tussen een bliksemflits en de donderklap zit.
Blijf uit de buurt van de lichtmasten en van de hekken
Ben je onderweg naar de club op de fiets: loop tijdens een onweer nooit met de fiets aan de hand. Steek tijdens een onweer nooit een paraplu op en blijf minstens 3 meter bij elkaar vandaan, in een groep loop je een groter risico op blikseminslag. Kun je geen beschutting vinden, ga dan gehurkt op je tenen zitten. Hou je hoofd zo laag mogelijk, de handen over je oren en je voeten tegen elkaar. Ga nooit plat op de grond liggen en hurk zo mogelijk in een greppel.